Vier het leven! Op naar een leeftijdsneutrale samenleving Beleidsplan
2022 - 2024

Stichting 4EVER49 voorziet een toekomst waarin de samenleving leeftijdsneutraal is, en daarmee in hoge mate een beroep doet op de capaciteiten van mensen die bezig zijn aan de tweede helft van hun leven. Deze mensen willen en kunnen een actief leven leiden. Ze blijven zich ontwikkelen en mogelijk blijven ze ook doorwerken. Deze mensen zorgen ervoor dat zij zoveel mogelijk beschikken over geestelijke als lichamelijke vitaliteit, als waren zij “jonge honden”. Deze visie wordt niet vanzelf realiteit en daarom heeft de Stichting haar missie als volgt geformuleerd:

Het stimuleren van de kracht van de rijpere medemens die een discrepantie ervaart tussen hoe men zich voelt en het getal dat de kalender aangeeft. Mensen die door de jaren heen weleens een krasje of een deukje opgelopen hebben, maar die blij zijn en het leven vieren. Mensen die weigeren zich erbij neer te leggen dat de jaren toch eens gaan tellen. Mensen die blij zijn, en juist niet boos, gefrustreerd of zuur. Mensen die positiviteit uitstralen en zeker niet de realiteit uit het oog te verliezen. Mensen die volop in het leven staan en eruit halen wat erin zit. Mensen die geloven in leeftijdsneutraliteit, voor het welzijn van zichzelf en voor het welzijn van de maatschappij.

Met een knipoog heeft de stichting gekozen voor de naam “forever 49”, oftewel in een moderne schrijfwijze “4EVER49”. In lijn met deze naam wordt voor de mensen die zich aangesproken voelen door de missie de naam “49-ers” gehanteerd.

Nederland vergrijst. Gemiddeld waren inwoners van Nederland in 1950 30,8 jaar oud. In 1975 was dat opgelopen tot 33,2 jaar en in 2020 was dat 42,3 jaar. Op dit moment (2022) bestaat een grote groep inwoners uit mensen die geboren zijn tijdens de naoorlogse babyboom, dus tussen 1946 en 1970. Begin 2020 waren zij tussen de 51 en 75 jaar oud.

Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en het Nederlands Interdisciplinair Demografisch Instituut (NIDI) hebben in april 2021 het Eindrapport Verkenning Bevolking 2050 (hierna “het Eindrapport”) gepubliceerd, op basis van een onderzoek dat is uitgevoerd op verzoek van negen ministeries: SZW (coördinatie), AZ, BZK, EZK, IenW, JenV, LNV, OCW en VWS. Dit rapport onderzoekt verschillende bevolkingsscenario’s voor 2050. In alle scenario’s is sprake van vergrijzing waarbij het rapport de volgende conclusies trekt:

  • Op 1 januari 2020 telde Nederland 17,4 miljoen inwoners. Voor de omvang van de bevolking in 2050 zijn verschillende scenario’s doorgerekend die verschillen in termen van het migratiesaldo, het geboortecijfer en de levensverwachting van mensen in de komende dertig jaar. Als migratie, geboorte en levensverwachting alle drie hoog zijn, groeit de Nederlandse bevolking naar 21,8 miljoen in 2050. Als migratie, geboorte en levensverwachting alle drie juist laag zijn, krimpt de bevolking tot 17,1 miljoen inwoners in 2050
  • In alle scenario’s neemt het aandeel van ouderen, in het Eindrapport gedefinieerd als mensen boven de AOW-leeftijd, toe, en neemt het aandeel van de werkzame bevolking, gedefinieerd als iedereen onder de AOW-leeftijd, terug. In 2022 is de AOW leeftijd 66 jaar en 7 maanden. In 2024 wordt dit 67 jaar. Voor de jaren na 2024 blijft dat de AOW-leeftijd op 67 jaar maar de politiek kan hier natuurlijk nog anders over gaan beslissen
  • De beroepsbevolking is het aantal mensen tussen de 15 en 75 jaar die betaald werk hebben (werkzame beroepsbevolking) en de mensen in die leeftijdsgroep die geen betaald werk hebben maar die wel recent naar betaald werk hebben gezocht en daarvoor direct beschikbaar zijn (werkloze beroepsbevolking). Op dit moment maakt de beroepsbevolking 46% uit van de totale bevolking van Nederland. Oftewel: tegenover 46 mensen die kunnen werken staan er 54 die dat niet kunnen. Anderzijds wordt er gesproken over “werkzame leeftijden” als zijnde iedereen tussen de 20 jaar en de AOW- leeftijd, Het aantal mensen in die werkzame leeftijden bedraagt op dit moment 10,5 miljoen, oftewel 60% van de bevolking. Dit percentage daalt in 2050 naar tussen de 57% en 59%
  • De omvang van de beroepsbevolking in 2050 hangt niet alleen af van de ontwikkeling van het aantal mensen in de werkzame leeftijden, maar ook van arbeidsparticipatie, met andere woorden het aantal mensen dat niet alleen kan werken maar dat ook daadwerkelijk doet werkt. Als de arbeidsparticipatie gelijk blijft, daalt het aandeel van de beroepsbevolking in de totale bevolking naar 41% tot 44% in 2050. Anderzijds: als ouderen langer doorwerken, als meer vrouwen gaan werken, als reeds werkende vrouwen meer uren gaan werken en als de arbeidsparticipatie van mensen met een migratieachtergrond toeneemt neemt het aandeel van de beroepsbevolking in de totale bevolking toe
  • De “economische grijze druk” is de verhouding tussen het aantal inwoners boven de AOW-leeftijd en de totale omvang van de beroepsbevolking, dus tussen de 15 en 75 jaar, uitgedrukt als percentage van die beroepsbevolking. Bij lage immigratie van jonge mensen uit het buitenland naar Nederland én bij een hogere arbeidsparticipatie van relatief oudere werknemers binnen de beroepsbevolking neemt de economische grijze druk toe tot 64% in 2050. Oftewel: 36% van de beroepsbevolking is jonger dan de AOW-leeftijd en kan werken, terwijl 64% procent van de beroepsbevolking is ouder dan de AOW-leeftijd. En daarbij zijn inwoners ouder dan 75 jaar nog niet meegeteld;
  • Hogere migratie en/of langer doorwerken door relatief oudere werknemers dempen weliswaar de stijging van de economische grijze druk maar het blijft een stijging. Langer doorwerken is hoogstens een deeloplossing voor de economische gevolgen van vergrijzing
  • De stijging van de AOW-leeftijd leidt niet vanzelf tot een even sterke stijging van de arbeidsparticipatie van ouderen. Voorwaarde is namelijk dat de gezondheid van oudere werknemers het toelaat om langer te werken, dat werkomstandigheden indien nodig worden aangepast om dat mogelijk te maken, dat oudere werknemers zich blijven ontwikkelen (omdat banen “voor het leven” verdwijnen en de benodigde kennis en vaardigheden doorlopend veranderen) en dat de kansen van oudere werkenden niet negatief worden beïnvloed door leeftijdsdiscriminatie
  • Op dit moment telt Nederland ongeveer 800 duizend 80-plussers, hetgeen 5% van de totale bevolking is. Als de levensverwachting de komende 30 jaar sterk toeneemt, groeit het aantal 80-plussers naar 2,6 miljoen in 2050. Maar zelfs als is er slechts sprake van een geringe stijging van de levensverwachting, dan nog verdubbelt het aantal 80-plussers. Procentueel gezien betekent dit dat in 2050 tussen de 8% en 15% van de bevolking ouder dan 80 jaar is. De stijging van het aantal 80-plussers leidt tot een toename van de zorgvraag die groter is dan de eventuele (want afhankelijk van het scenario geprojecteerde) groei van de beroepsbevolking. Een groter deel van de beroepsbevolking zal in de zorg werkzaam moeten zijn. Vooral de vraag naar langdurige zorg neemt sterk toe, zowel in medische zin als op het gebied van sociale ouderenzorgen om bijvoorbeeld eenzaamheid tegen te gaan
  • De zorgvraag onder middelbaar en laagopgeleiden is hoger dan onder hoogopgeleiden. Beperking van de opleidingsverschillen dempt de groei van de vraag naar zorg in 2050. Verkleining van gezondheidsverschillen vraagt om investeringen in preventie. Naast bevorderen van een gezonde leefstijl zijn verbetering van leef- en werkomstandigheden essentieel.

 

In het CBS/NIDI rapport wordt de term “oudere” veelvuldig gebruikt, waarbij zich de vraag opdringt wat de betekenis van deze term is. Neem 1970. De meeste mensen van 50 jaar waren toen grootouders. Qua werkend leven was men over het hoogtepunt heen, op weg naar een nakend pensioen. Een complete verandering van werkend leven kwam bijna nooit voor, laat staan een avondstudie. Velen rookten, en sporten deed men niet meer. De geraniums stonden nog niet in de vensterbank maar de potjes en bollen waren bij wijze van spreken wel alvast gekocht.

En nu, in 2022? De meeste vijftigers zijn nog geen opa of oma. Velen hebben nog thuiswonende kinderen. Ze hebben het welbekende “Abraham/Sara zien” ervaren als enerzijds een reden voor feestje en anderzijds een overdreven stilstaan bij verjaardag die toch echt geen overgang is naar een ander leven. De carrière bevindt zich in veel gevallen op het hoogtepunt en men moet nog niet denken aan pensioen, wat overigens wettelijk nog 17 jaar duurt als men überhaupt stopt met werken op 67-jarige leeftijd. Anderen maken op hun vijftigste een carrièreswitch, soms gecombineerd met een studie. Continue blijven leren is het adagium. En dat kan want de typische vijftiger staat nog volop in het leven, staat midden in de maatschappij, doet actief aan sport en let tot op zekere hoogte op zijn/haar gezondheid.

Artikel 1 van de Grondwet biedt bescherming tegen alle vormen van discriminatie, ook discriminatie op basis van leeftijd. Daarnaast is er een aparte wet die leeftijdsdiscriminatie op het werk tegen gaat en voorkomt: de Wet gelijke behandeling op grond van leeftijd bij de arbeid (WGBL). De WGBL stelt dat het maken van onderscheid op grond van leeftijd met name geldt bij werving, selectie en aanstelling van personeel, arbeidsbemiddeling, arbeidsvoorwaarden, bevordering en ontslag verboden is. Het interessante is dat de webpagina van de Nederlandse overheid die nadere uitleg geeft over de WGBL meteen begint over financiële compensatie als een werkgever een oudere in dienst neemt en over de seniorenregelingen in cao’s waarbij ouderen extra vakantiedagen krijgen, of salarisbescherming. Het lijkt hierdoor als de overheid exact dat doet wat de wet niet beoogt namelijk mensen namelijk dus niet gelijk behandelen ongeacht hun leeftijd!

Mensen worden veelal pas hulpbehoevend vanaf hun 80e levensjaar, al is dat sterk afhankelijk van de individuele lichamelijke, geestelijke, sociale en soms ook financiële situatie. Toch wordt vanaf 50 jaar nog steeds gesproken over “de oudere”, waarbij regelmatig de groep van iedereen ouder dan 50 over één kam wordt gescheerd. De connotatie van het woord “oudere” dekt de lading niet meer. Maar die connotatie speelt wel een belangrijke rol in het werken en denken van onze samenleving die sterk gericht is op “jong is mooi en goed”, waarin leeftijdsdiscriminatie het lastig maakt om de vleugels uit te blijven slaan. En daarmee laat de maatschappij een groot potentieel liggen. Een potentieel dat hard nodig is om alle uitdagingen van de komende minimaal 30 jaar het hoofd te bieden

Op basis van de missie heeft de Stichting voor de periode 2022-2024 de volgende tactische doelen geformuleerd:

  1. De maatschappij laten inzien dat er zoiets is als “de tweede helft van je leven” en daarmee de stigmatisering van het begrip “oudere” weg te werken
  2. Organisaties, bedrijven en mensen laten zien dat leeftijdsneutraliteit betekent dat je ook daadwerkelijk geen beleid noch beslissingen baseert op iemands kalenderleeftijd, en dat dit een kwestie is van niet alleen beleid maar vooral van “walk the talk” dus van concrete acties
  3. Oplossen van de mismatch tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt door middel van het veranderen van de perceptie van werkgevers en het optimaal benutten van de capaciteiten van de 49-ers
  4. 49-ers een geestelijk fitte en blije groep leeftijdsneutrale mensen laten zijn die graag ook lichamelijk fit is, wat er voor zorgt dat de zorg minder wordt belast en tevens minder geld kost
  5. Mensen van 50 kalenderjaren en ouder tot 49-ers maken door hen te activeren, te zorgen dat men midden in de maatschappij staat, en geestelijk en lichamelijk vitaal blijft
  6. Mensen die eenzaamheid ervaren, problemen hebben om ontwikkelingen bij te houden, het moeilijk vinden zich te laten omscholen of om te gaan met leeftijdsdiscriminatie, helpen om 49-er te worden
  7. De kennis en ervaring van de 49-ers benutten en overdragen, aan andere 49-ers en aan mensen die minder kalenderjaren tellen maar die wel open staan voor de synergie tussen de verschillende kalenderleeftijdscategorieën
  8. Een koppelpunt zijn voor organisaties en vrijwilligers, personeelsleden of potentiele vrienden of gezelschapspartners, die de weg weet naar de instanties op medisch, overheid en sociaal gebied om geestelijk en lichamelijk fit te blijven
  9. Te weten wat er bij 49-ers leeft, waar 49-ers behoefte aan hebben en die 49-ers een stem geven. Tegelijkertijd ook weten waar de maatschappij behoefte aan heeft en een bijdrage leveren aan de optimale inzet van 49-ers, straks de grootste en snelst groeiende bevolkingsgroep in Nederland, om die behoefte invulling te geven
  10. Een platform bieden voor gelijkgestemden, die anderen probeert te bewegen ook 49-er te worden.

 

We staan klaar om te helpen, voor de leeftijdsneutrale mens en maatschappij!

De Stichting verwezenlijkt bovenstaande tactische doelstellingen middels:

  • Het ontwikkelen en uitrollen van een keurmerk voor leeftijdsneutrale organisaties en bedrijven om daarmee handen en voeten te geven aan het wegwerken van leeftijdsstigmatisering
  • Het opzetten en beheren van een online en telefonisch meldpunt voor 49-ers die leeftijdsdiscriminatie ervaren, waarbij de Stichtingen iedere melding onderzoekt, mogelijk in gesprek gaat met de “andere partij”, maar in alle gevallen advies geeft ten aanzien van het aanpakken en oplossen van door 49-ers ervaarde leeftijdsdiscriminatie
  • Het opzetten en beheren van een online en telefonisch informatiepunt voor 49-ers die geloven in de visie en missie van de Stichting, die 49-er zijn of willen zijn, en die hulp zoeken bij het vinden van gelijkgestemden, organisaties, vrijwilligersnetwerken, etc. om hun “49-er energie” in te zetten
  • Het op- en inzetten van een netwerk van “leeftijdsneutrale ambassadeurs” die zelf een goed voorbeeld zijn van een 49-er, en die geloven in “goed voorbeeld doet volgen”
  • Het activeren en actief houden van een online platform voor 49-ers, voor onderlinge informatie- en kennisuitwisseling van “zielsverwanten leeftijdsneutralisten” alsook het zijn van een open communicatiekanaal van de Stichting naar alle Nederlandse 49-ers
  • Het financieren van projecten of activiteiten van derde partijen die bijdragen aan de door de Stichting geformuleerde missie en tactische doelen
  • Samenwerkingen aangaan met organisaties die vergelijkbare activiteiten en doelstellingen nastreven